Wat is een virtuele machine en hoe gebruik je deze?

Een virtuele machine heeft veel voordelen. Omdat een fysieke computer een virtuele machine in zichzelf creëert, is het mogelijk om met meerdere besturingssystemen op één apparaat te werken. Elke virtuele machine heeft een apart besturingssysteem en de benodigde programma's ervoor.

Waar wordt het gebruikt?

De populariteit van virtuele machines groeit op verschillende gebieden, maar in de eerste plaats in de IT-industrie. Werken met een virtuele machine heeft de voorkeur van programmeurs en mensen die systematisch met computers omgaan. Een virtuele machine maakt het mogelijk om verschillende werkprocessen te structureren en te scheiden en het gebruik van het apparaat te optimaliseren.

Als je software, een spel of een applicatie hebt ontwikkeld, is het nodig om de prestaties ervan te testen op verschillende besturingssystemen. Zo'n machine is ook populair bij systeembeheerders die verschillende soorten gastbesturingssystemen kunnen maken voor verschillende taken en verschillende groepen gebruikers.

Zo kan de ene groep medewerkers bijvoorbeeld met mail werken, terwijl een andere groep met tekstverwerkers werkt. Het doel van een dergelijke virtualisatie is om sommige werkstromen te scheiden van andere, dit minimaliseert verwarring en potentiële fouten die de werkstroom als geheel zouden kunnen beïnvloeden.

Het virtuele type besturingssysteem wordt vaak gebruikt door gamers bij cloud-gaming. Daarnaast hebben MacOS- en Linux-gebruikers de mogelijkheid om games en programma's te draaien die alleen voor het Windows-platform zijn uitgebracht.

VM's en belangrijke aanduidingen

1. Hypervisors zijn noodzakelijke software waarmee je een virtuele processor kunt maken op basis van een fysieke processor. Een virtuele processor wordt een vCPU genoemd.
2. Een cluster is een verzameling servers waar een virtuele machine functioneert en wordt aangemaakt.
3. Nodes zijn de servers in het cluster.
4. Opslag kan lokale of netwerkopslag zijn. Een bestand op lokale opslag wordt opgeslagen op de clusternode en in het geval van netwerkopslag wordt een externe server gekozen voor de bestanden.
5. Het platform en de server is een aparte fysieke of virtuele ruimte met speciale software. Van hieruit worden zowel virtuele als netwerkbronnen beheerd.

Werkingsprincipe

De virtuele machine en zijn werking zijn te danken aan virtualisatie, waarbij de echte "hardware" wordt gebruikt door het virtuele systeem. Programmeurs ontwikkelen een programma in een specifieke taal (bijvoorbeeld Java), waarna de broncode van het programma wordt gecompileerd en vertaald naar bytecode.

Bytecode is geschikt voor elke PC. Met behulp van bytecode kan de gebruiker al een proces starten op een virtuele machine. Met behulp van bytecode kan de gebruiker de werking van een echt fysiek apparaat dupliceren (of emuleren). De virtuele machine vertaalt de bytecode automatisch naar binair (of machinecode: 0 en 1), waarna deze code kan worden uitgevoerd door de processor van de virtuele machine.