In het Linux besturingssysteem heeft elk bestand attributen die bepalen wie het bestand mag lezen, schrijven of uitvoeren. Deze attributen worden bestandsrechten genoemd.
Toegangsrechten in Linux zijn een belangrijk beveiligingsmechanisme om de toegang tot bestanden en mappen te beperken tot alleen die gebruikers die er toegang toe moeten hebben. Dit helpt om gevoelige informatie te beschermen en ongeoorloofde toegang tot het systeem en zijn bestanden te voorkomen.
In Linux, zoals in elk ander multi-user systeem, hebben verschillende gebruikers verschillende toegangsrechten tot bestanden en mappen. Dit betekent dat elke gebruiker zijn eigen bestanden en mappen kan hebben waartoe alleen hij toegang heeft, en ook beperkt kan worden in de toegang tot bestanden en mappen van andere gebruikers.
Machtigingen kunnen beperken wat gebruikers kunnen doen met bestanden en mappen, zoals het verbieden van het verwijderen of wijzigen van bestanden waartoe de gebruiker geen volledige toegang heeft. Dit helpt voorkomen dat belangrijke systeembestanden per ongeluk worden verwijderd of gewijzigd, wat onvoorspelbare gevolgen kan hebben voor de prestaties van het systeem.
Toegangsrechten in Linux zijn een belangrijk beveiligingsmechanisme dat het systeem en zijn bestanden helpt beschermen tegen ongeoorloofde toegang en dat onbedoelde gebruikersfouten bij het werken met bestanden en mappen voorkomt.
Toegangsrechten in Linux zijn onderverdeeld in drie types:
(Owner
)groep
Anderen
Elk bestand in Linux heeft een aantal rechten die bepalen wie welke acties mag uitvoeren met het bestand. De eigenaar van een bestand kan bijvoorbeeld lees-, schrijf- en uitvoerrechten op het bestand hebben, een groep kan alleen-lezen- en uitvoerrechten op het bestand hebben en andere gebruikers kunnen alleen-lezen rechten op het bestand hebben.
Bestandsrechten kunnen in Linux worden gewijzigd met het commando chmod
. Met dit commando kun je specifieke toegangsrechten instellen voor elk type gebruiker (eigenaar, groep en andere gebruikers).